Max Gunner, soldaat in het Duitse leger tijdens WOII, realiseert zich in de loopgraven voor Leningrad dat zijn vader en diens vader en diens vader en alle vaders van vijf generaties Gunner, giftige genen aan hem hebben doorgegeven, waardoor hij en zij consequent kiezen voor het slechte. Van Zuid-Afrika tot Noord-Rusland, van Cecil Rhodes tot Adolf Hitler en op alle plekken, tijden en oorlogen daartussen, behelst dat een ongebreideld geloof in de eigen superioriteit ten koste van alles en iedereen die dat in de weg staat. De gevolgen zijn dat de vaders, zonen en de broers getuigen, deelnemers en soms zelfs aanjagers zijn van gruwelijkheden die de mensheid schokken. Is het aan Max om goed te maken wat zijn voorvaders hebben aangericht? En is die wens sterker dan zijn genen? En die van zijn zonen?
