lijk wat anders gegaan dan gehoopt. Als jongste bediende bij de Boerenleenbank kruipt hij
het liefst onder zijn bureau als er jonge vrouwen in zijn buurt zijn. Überhaupt vrouwen!
Hij adoreert hen, maar een relatie wil maar niet lukken. Een psychiater adviseert danslessen,
maar helaas struikelt Maarten – hij was nog nooit zo dicht bij een vrouwelijk wezen – bij de
foxtrot voortdurend over de voeten van zijn danspartner.
Als verpleegkundige kijken de zieken dankbaar tegen hem op, maar ook daar, tussen
al die verpleegsters, zal hij niet blijven. Na de dood van zijn ouders, voor wie hij liefdevol
zorgde, blijft hij alleen in het ouderlijk huis wonen.
Met oog voor de komische kanten van ons bestaan vertelt Spruit over een man die moeite
heeft met het volwassen worden, met contacten en vriendschappen. Een vermijdingskun
stenaar die op zijn oudere dag moet leren dat hij uit de rotonde van weglopen, het ergens
anders weer proberen en dan weer weglopen een afslag moet vinden.