`Ze werden naar de aarde getrokken. Voor hen was de zwaartekracht sterker dan voor mij. De aarde wilde ze in zich hebben. Maar ze waren taai; ze stonden telkens weer op, steeds minder wordend, steeds ijler... Ook letterlijk zoals mijn moeder na haar laatste val. Hoofdpersoon Albert Egberts wil de doorknagende tijd zijn tanden ontnemen. Maar door te `leven in de breedte dreigt zijn leven tot stilstand te komen. Amsterdam moet zijn leven weer in beweging brengen en hem van zijn seksuele onvermogen verlossen. Toch zakt Egberts steeds verder af naar het Zuiden, het domein van zijn jeugd, om naar de wortels van zijn impotentie te zoeken. Hij stuit op verdachte data, vallende ouders, dronkenschap, een besmette geboorte...