Wanneer Erik Goudriaan, een aan lager wal geraakt kunsthistoricus, moet uitzoeken of een aantal werken van Pablo Picasso vervalsingen zijn, grijpt hij deze kans aan om zijn beroeps- én zijn privéleven weer op het juiste spoor te krijgen. Al gauw raakt hij echter verward in een kluwen van moord en chantage.
Valse voorstellingen in de politiek en in de schilderkunst blijken met elkaar verweven te zijn via een geraffineerde oplichting die teruggaat tot de Tweede Wereldoorlog. En de slachtoffers zijn niet alleen bedrogen kiezers en gedupeerde verzamelaars, maar ook de lang gekoesterde illusies van oprechtheid en authenticiteit.