Er was eens een sterke ezel. Op een dag knoopte een man een touw om zijn nek. 'Jij bent nu van mij,' zei de man. Hij laadde zijn hele hebben en houden op de rug van de ezel. Daar bovenop liet hij zijn drie kinderen zitten. 'Vort, ezel, vort!' brulde de man. De ezel bleef staan. Hoe harder de man riep, hoe koppiger de ezel werd...