Van de velde De Smet krijgt bij zijn geboorte niet alleen een vreemde naam, ook de situatie waarin hij opgroeit is op zijn minst bijzonder te noemen. Hij woont al sinds hij een kleine baby was helemaal alleen, in een caravan op een terrein dat door enkele daklozen in gammele tentjes wordt bewoond. Zijn bed is zijn hele wereld, en daar lijkt hij best tevreden mee. Zijn mama komt nu en dan langs om hem aan de borst te leggen, maar vooral om de caravan uitbundig te versieren met kleurrijke plastic bloemen. Op die manier dompelt ze haar zoon in haar droomwereld. Wanneer hij uiteindelijk naar school gaat ontwaakt hij en ziet wat hij nooit eerder mocht zien.