De novelle Van een kat die te veel pretentie had schildert op luchtig-ironische toon de typisch Amerikaanse levensloop van een bourgeois-kat: van de veilige geborgenheid in het burgerlijk milieu via de volmaakte onhandigheid op het platteland, en de diepste ellende te midden van de straattkatten.
Tot op een dag dat een idealist zich over het diertje ontfermt, en het tot symbool maakt van de kattenkruistocht, een Amerikaanse actie om Europa van z’n overtollige ratten en muizen te verlossen.
In de drie verhalen die in dit boek ook zijn opgenomen, vertelt Gijsen over drie ervaringen uit zijn Newyorkse leven; de ontmoeting met een bedelaar met eergevoel; het voorval met een jonge Amerikaan die een fles goede wijn wil kopen; en de mysterieuze gebeurtenissen rond een paraplu.