Wie zijn de ongekende helden, de aardse engelen, die bescheiden verlossers? Is het Marjan, de afgedankte schooljuf, die een dronken Noorse tiener verzorgt? Of pomphouder Jens, die een vluchtroute biedt aan internetbruid Supaporn? Sigrid misschien, die haar vader een laatste boottocht gunt met zijn twee maitresses? Pavel, die een schietstoel koopt om de ziel van zijn buurvrouw te redden? Wellicht de Italiaanse verpleegster Manuela, die moederoverste een zachte dood gunt? Hayat, die de hond van een verwarde medezwerver adopteert? Schoonmaakster Tatjana, die het huwelijk van haar ex betaalt? Of is het toch de oude reiziger, die steeds opduikt in de keten verhalen die door het hart van Europa van Noorwegen naar Israël leidt? Elke lezer zal iets van zichzelf terugvinden in dit royale literaire panopticum. Van kleine helden is een roman van een enorme diepte en reikwijdte, waarin eeuwen aan wereldliteratuur doorklinken, en tegelijk is deze roman van een ontwapenende alledaagsheid.