'Van Napels naar Amsterdam' uit 1877 vormt een verbinding tussen het genre van het klassieke reisjournaal, zoals dat onder meer door de grand-touristen werd beoefend, en de moderne twintigste-eeuwse reisliteratuur. Busken Huet gebruikt zijn indrukken op weg terug naar het vaderland (via Rome, Florence, Milaan, Genève, Dijon en Parijs) niet om de lezer pittoreske taferelen voor te schotelen, maar om aan de hand van zijn ervaringen en waarnemingen tijdloze cultuurkritiek te beoefenen. Steden, gebouwen, schilderijen, maar ook treinen, diligences en winkels zijn voor hem de decors waarin hij zijn (kunst)historische, (cultuur)kritische en bovenal zijn stilistische vermogens laat optreden. Van Napels naar Amsterdam heeft in 130 jaar verrassend weinig van zijn frisheid en diepgang verloren.