De Wormer (tussen Zaanstad en Purmerend, ruim 1600 hectare groot) werd in 1623-1626 drooggelegd door een consortium met onder anderen oud-raadpensionaris Andries de Witt en de stad Purmerend, en is dus 400 jaar oud. Bart Middelburg, afkomstig uit de Wijdewormer, deed jarenlang archiefonderzoek en beschrijft in dit boek de geschiedenis van die vier eeuwen. Als verdienmodel was de Wormer, in vergelijking met de Beemster, een deceptie; de polder moest overeind worden gehouden met leningen van onder meer de beroemde en gefortuneerde Amsterdamse familie Sweelinck. De ‘dijckagie’ had eigen rechtspraak, inclusief terechtstellingen en een galgenveld. Bij de grote watersnoodramp van 1825 kwam de Wormer weer helemaal onder water te staan.
Vandaag de dag bestaat de Wormer nog altijd uit uitgestrekte landerijen, maar de polder staat, met het uitdijende buurtschap Neck, wel onder druk van de toenemende verstedelijking van het platteland.