Van sintels vuurwerk maken laat zien hoe Nederlandse kunstcritici reageerden op het internationale modernisme dat door het werk van Kees van Dongen, Piet Mondriaan en Jan Sluijters vanaf 1905 hevige opschudding in de kunstwereld veroorzaakte. Het publiek maakte kennis met de Franse kubisten, Italiaanse futuristen en Duitse expressionisten. De pers ontwikkelde in de jaren 1905-1925 een nieuwe, meer journalistieke vorm van kunstkritiek. De diversiteit en eigenheid van de geselecteerde critici, onder wie C.L. Dake, Just Havelaar, Conrad Kickert, Augustine de Meester-Obreen, Kasper Niehaus, Albert Plasschaert, Maria Viola, N.H. Wolf en Willem Steenhoff, geven een verrassend inzicht in de tolerantie en nieuwsgierigheid van de kritiek in een cruciale periode in de Nederlandse kunstgeschiedenis van de twintigste eeuw.