Met een pen die zowel ontroering en empathie als schatergelach en meewarig hoofdschudden oproept, beschrijft Henk van Straten met verve de keer dat hij stieren knuffelde, ging speeddaten, de harddrug ghb bereidde aan zijn keukentafel, op pad ging met de band Kutschurft, een film regisseerde, een café voor alzheimerpatiënten bezocht, voor de tweede keer vader werd, een kerkdienst voor bikers bijwoonde, de Scientologykerk binnenwandelde, naar Tokio vloog, participeerde aan het Nederlands Kampioenschap Stoelendans, door de straten van zelfmoordhoofdstad Andijk slenterde en een hopeloze poging deed tot stand-up comedy.
Van Straten gaat vreemd bevat vijftig heerlijke reportages in de traditie van Hunter S. Thompson en David Foster Wallace. Of misschien moeten we zeggen à la de documentaires van Louis Theroux? Of gewoon: Henk van Straten? Van Straten zet de lezer aan het denken, komt met filosofische observaties, werpt een ludiek licht op pijnlijke situaties en roert tot tranen met persoonlijke anekdotes over geboorte, dood en al het absurdisme daartussenin.