Hoe is het om naast iemand te staan die zichzelf verliest, en daarmee een verhaal waar jij deel van uitmaakt? Waar het in Bianca Boers romandebuut Draaidagen een kleindochter was die het verhaal teruggaf aan haar dementerende oma, is het in de poëzie in Vaste grond het lyrisch ik zelf, die het verhaal teruggeeft aan haar dementerende moeder. Maar eigenlijk gaat het over alle verhalen die een familie zijn. Daarnaast gaat het over letterlijke grond, de plek waar je woont, de straat, de stad. Over hoe alle verhalen in een groter geheel passen. In hartveroverende, soms schrijnende poëzie onderzoekt Boer de veranderende rollen in het leven: een dochter, een moeder, een vrouw, een schrijver, een kunstenaar.