John Calvino, 34 jaar en politierechercheur, ondervraagt een puber in een inrichting voor geesteszieke patiënten met zelfmoordneigingen. De veertienjarige jongen heeft een meervoudige moord op zijn geweten en geeft dat op naargeestige wijze toe. De hele zaak doet John ergens aan denken.
Twintig jaar eerder had de jonge John Calvino in de nacht van zijn veertiende verjaardag zelf het vierde slachtoffer moeten worden van een seriemoordenaar. Hij ontsnapte ternauwernood, maar de moordenaar kwam daarbij om het leven.
De misdaden in heden en verleden lijken met elkaar verbonden. Langzaam bekruipt John het angstige voorgevoel dat hij weet wie het volgende slachtoffer zal worden: over 33 dagen viert zijn zoon zijn veertiende verjaardag?
Twintig jaar eerder had de jonge John Calvino in de nacht van zijn veertiende verjaardag zelf het vierde slachtoffer moeten worden van een seriemoordenaar. Hij ontsnapte ternauwernood, maar de moordenaar kwam daarbij om het leven.
De misdaden in heden en verleden lijken met elkaar verbonden. Langzaam bekruipt John het angstige voorgevoel dat hij weet wie het volgende slachtoffer zal worden: over 33 dagen viert zijn zoon zijn veertiende verjaardag?