Menig reiziger in de zeventiende eeuw werd gefrappeerd door de vele overeenkomsten tussen Venetië en Amsterdam. In een Europa dat werd gedomineerd door monarchieën, waren beide het centrum van een welvarende republiek. In een Europa waar de leden van de heersende klasse zich als krijgslieden profileerden, lieten de elites van de twee steden zich voorstaan op hun burgerlijke deugden. Amsterdam en Venetië plaatsen waar handel en politiek juist uitstekend samengingen. De stadsbestuurders van de twee handelssteden legden de nadruk op tolerantie en spaarzaamheid, twee deugden die in de zeventiende eeuw aan de koninklijke hoven niet hoog werden geacht. In een Europa waar de heersende klasse het liefst haar tijd op haar landgoederen doorbracht, leefden de patriciërs van Amsterdam en Venetië voornamelijk in de stad.
Maar er waren ook grote verschillen tussen de twee steden. De Venetiaanse elite bestond uit edellieden, die van Amsterdam uit leden van de burgerij. De Venetianen beleden het katholicisme, de Amsterdammers waren protestant. In het leven de Amsterdamse kooplieden lag de nadruk op huiselijkheid en het gezinsleven, in Venetië hadden de patriciërs meer aandacht voor de luister van het geslacht waaruit zij waren voortgesproten.
Door vergelijkingen te trekken en de verschillen duidelijk te markeren, werpt Burke een origineel licht op de zeventiende-eeuwse geschiedenis van twee handelssteden die een onuitwisbaar stempel op de Europese cultuur hebben gedrukt.