In 1940 kruipt de zevenjarige Jakob Beer uit de modder van een door de oorlog getroffen Poolse stad. Hij heeft zich begraven om te ontkomen aan de nazi s die zijn familie hebben gedood. Na de oorlog emigreert Jakob naar Canada en hij wordt uiteindelijk dichter en vertaler. Op zijn zestigste ontmoet hij Ben, een jonge hoogleraar. Ben raakt zodanig in de ban van Jakobs werk en leven dat zijn eigen bestaan ontwricht dreigt te raken. Hun herinneringen aan de oorlog en de manier waarop beide mannen die proberen te verwerken, lopen als een rode draad door deze meesterlijke roman.