De twaalf jaar oude Alice Alexis Koningsdauw heeft maar drie dingen in de wereld die ertoe doen: moeder, die haar niet eens zou missen; haar drielingbroertjes, die haar niet echt kennen, en vader, die altijd van haar gehouden heeft. Op de dag dat Vader uit Ferenwoud verdween had hij niets anders bij zich dan een liniaal, dus volgens sommigen ging hij de zee opmeten. Volgens anderen de hemel. De maan. Misschien had hij geleerd om te vliegen en wist hij niet hoe hij moest landen. Maar dat is nu bijna zes jaar geleden en Alice is vastbesloten om hem te vinden. Ze houdt nog meer van vader dan ze houdt van avontuur en nu gaat ze het een beleven om de ander te vinden