Het boek, dat in de vorm van een biecht aan een Russisch-orthodoxe priester is gegoten, gaat over de onmogelijke zoektocht naar liefde van een man die nooit tevreden is, hoewel hij (bijna) alles heeft. De piepjonge aspirant-modellen die tot alles bereid zijn om het te maken in het modewereldje, de steenrijke Russische nouveaux riches, de face controllers bij de nachtclubs: ze maken allemaal deel uit van het intens cynische beeld dat Beigbeder schetst van het postcommunistische Rusland en van de huidige verleidingsmaatschappij in het algemeen.