Het verhaal van de Dienstmaagd speelt zich af in een republiek waarvan het totalitaire regime naar de letter van het bijbelboek Genesis heerst. De maatschappijvorm die daaruit voortvloeit is op zijn zachtst gezegd bizar. De ‘Dienstmaagden’ vormen een van de nieuwe ‘klassen’ in deze strikt gereguleerde maatschappij. Ze hebben slechts één functie: het verzorgen van de voortplanting. Vanfred, de vertelster, behoort tot deze klasse en is gedwongen haar leven grotendeels in stilte door te brengen. Alleen ’s nachts in haar sobere kamer is ze vrij om zich over te geven aan haar illegale herinneringen: het lezen van boeken, haar eigen naam, het nu irrelevant geworden begrip ‘liefde’. In een sobere stijl – Atwood op haar best – die afwisselend koele observatie, ontroering, wanhoop, hartstocht en wrange humor reflecteert, legt Vanfred het zwarte hart bloot dat schuilgaat achter de kalme façade van een establishment dat bepaalde reactionaire tendensen in onze maatschappij tot hun even logische als huiveringwekkende conclusie doordrijft.