Het Istanbul van Sait Faik is een universum bevolkt door werklozen, armen, kinderen, arbeiders en vissers. Zo schrijft hij over barvrouw Melahat, die helpt een terneergeslagen koopmanszoon volwassen te worden; over een man die al jaren zijn wijk van vier straten niet is uit geweest; over Ahmet en Gülsüm wier gearrangeerde huwelijk begint met een ongewone (huwelijks)nacht; over een visser die niet van zijn net kan scheiden, en over een vis die sterft.
Deze indringende vertellingen over menselijke verlangens en frustraties staan bij veel Turken in het geheugen gegrift. De mooiste verhalen van Sait Faik Abasiyanik werden voor deze bundel vertaald door Hanneke van der Heijden.
Door zijn grote inlevingsvermogen en beeldende observaties zijn de verhalen van Sait Faik Abasiyanik (1906-1954) verrassend tijdloos. In 1953 werd hij benoemd tot erelid van de Mark Twain Society vanwege zijn betekenis voor de moderne literatuur. Naast korte verhalen verschenen van hem twee romans en een dichtbundel.
‘Ik hou van Sait Faiks poëtische korte verhalen: het Istanbul van de havenkroegen, de zwervers, de “overbodige” mensen.’
Orhan Pamuk
‘Vele generaties in Turkije zijn met zijn schitterende verhalen opgegroeid. Ik heb hem in mijn hart gesloten.’
Murat Isik