In een herfststorm stort in Siberië een vliegtuigje neer. De zes inzittenden overleven de ramp, maar beseffen dat het slechts uitstel van executie is. Ze worden omringd door 360.000 vierkante kilometer vijandige wildernis. Bovendien begint binnen enkele weken de ijzige Siberische winter, waarin veertig graden vorst geen uitzondering is. Zes mensen worden zo veroordeeld tot een wreed lot: de eigenzinnige piloot Benerian, de sterke persoonlijkheid ingenieur Putkin, de vrouwelijke arts Susskaje, de bioloog professor Morotski, de Duitser Andreas Herr en de gevoelige lerares Nadersjna. Als zij ten slotte allen hun maskers laten vallen, blijkt dat zes mensen ook zes geheimen herbergen en dat het noodlot vrij spel heeft.