In 1945 vluchtte Jakob Abs met zijn moeder uit Pommeren en kwam in huis bij schrijnwerker Cresspahl en diens dochter Gesine. In 1956 is hij verkeersleider op een groot station ergens aan de Elbe; Gesine werkt in de Bondsrepubliek. Meneer Rohlfs probeert Gesine te strikken voor de Oostduitse contraspionage. Doctor Blach, die van Gesine houdt, vertelt Jakob over de onrust en de hoop bij de Oostberlijnse intelligentsia. Tijdens de Hongaarse opstand komt Gesine illegaal de grens over en bezoekt haar vader; Jakob reist haar na, terug naar het Westen, als hij er achter komt dat de politieke werkelijkheid meer van hem vergt dan zijn dagelijkse werk. De Russen slaan de opstand in Hongarije neer, de Engelsen bombarderen Egypte tijdens de inmiddels uitgebroken Suezcrisis. Jacob neemt afscheid van Gesine, keert naar Oost-Duitsland terug en wordt op weg naar zijn werk het slachtoffer van een ongeval dat aanleiding geeft to vermoedens en gissingen: "Maar Jakob liep altijd dwars over de rails".
Vermoedens omtrent Jakob (1959) is het eerste boek dat van Uwe Johnson is verschenen en behoort met De blikken trommel van Günter Grass tot de hoogtepunten van de naoorlogse Duitse literatuur.
Vermoedens omtrent Jakob (1959) is het eerste boek dat van Uwe Johnson is verschenen en behoort met De blikken trommel van Günter Grass tot de hoogtepunten van de naoorlogse Duitse literatuur.