In april 1981 breekt in het autonome gebied Kosovo een opstand van Albanese studenten uit, die door het Joegoslavische leger bloedig wordt neergeslagen. Op de fatale dag heeft chirurge Teuta Shkreli met haar staf in het ziekenhuis talloze gewonden behandeld. De autoriteiten stellen nu een onderzoek in dat bizarre vormen aanneemt: Wie heeft aan de vooravond van de rellen extra bedden laten plaatsen? Waar is het patiëntenregister gebleven? Waarom zo’n doeltreffende hulp aan ’vijanden van Joegoslavië? Na een korte periode van ontspanning wordt de onderdrukking van het Albanese volksdeel in alle hevigheid hervat. Ook de veelbelovende liefde die tussen ‘Romeo en Julia’ - een Albanese student en zijn Servische studiegenote - was opgebloeid, is gedoemd voortijdig te verstenen.