De twaalfjarige Johanna is met haar vriendinnetje naar het circus. Het valt tegen, ze hadden er meer van verwacht. Dan horen ze het gebrom van vijandige vliegtuigen die over komen. Wat niemand verwacht gebeurt die nacht: Dresden wordt gebombardeerd. De grote kunststad wordt in één nacht totaal vernietigd. En door die brandende stad zoekt Johanna de weg terug naar huis. De rivier over, door het station en het stadspark. Maar thuis treft ze een verdwaasde moeder. Johanna heeft maar één keus: weg uit deze stad. In filmische beelden en met grote helderheid beschrijft Coulonges hoe een jong meisje in een paar maanden moet leren het heft in eigen hand te nemen, liefde te missen en te krijgen, en belangrijke keuzes te maken.