Binnen 'Op zoek naar de verloren tijd' [A la recherche du temps perdu] van Marcel Proust neemt het kleine, relatief zelfstandige boekdeel Sodom en Gomorra 1 (hier vertaald als 'Het vervloekte ras' een bijzondere plaats in. Aan de hand van een anekdote wordt een van de grote thema's van Prousts roman, dat van de 'inversie' oftewel homoseksualiteit, hier voor het eerst aangesneden.
Hoe komt een baron ertoe om een gesprek aan te knopen met een vestenmaker? Wat kunnen mannen van zo verschillende stand met elkaar gemeen hebben? Als de twee zich samen terugtrekken kan de jonge Marcel, die getuige is van hun ontmoeting, zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen, en vanuit een aangrenzende ruimte luistert hij met stijgende verbazing toe.
Na de ontmoeting tussen baron De Charlus en Jupien krijgt de wereld voor Marcel definitief een ander aanzien.