Na de vorig jaar enthousiast ontvangen delen 1 en 2 van het Verzameld werk van Karel van het Reve verschijnen thans de delen 3 en 4. Zij zullen opnieuw onweerstaanbaar zijn voor alle oude én nieuwe liefhebbers van deze grote essayist.
Deel 3 omvat de jaren 1969-1972. Het bevat Het geloof der kameraden, Met twee potten pindakaas naar Moskou (met onder meer reportages uit zijn jaar als Parool correspondent in Rusland) en de essaybundels Marius wil niet in Joegoslavië wonen en Lenin heeft echt bestaan.
Beide delen sluiten af met een rijke selectie uit de ongebundelde artikelen die Van het Reve in deze productieve periode schreef: 350 bladzijden in deel 3, en maar liefst 620 bladzijden in deel 4. Deze stukken zullen voor veel lezers onbekend zijn. Een grote verrassing zijn de tv-recensies, die hij tussen 1971 en 1976 wekelijks in nrc Handelsblad publiceerde onder het pseudoniem Henk Broekhuis. Lang is onduidelijk gebleven wie achter deze naam schuilging, mede dankzij de mystificerende activiteiten van Van het Reve zelf.
In zeer levendig geschreven ‘columns' figureren uiteenlopende figuren als Joop den Uyl, Pippi Langkous, Wim Kan, bisschop Gijsen en ‘de kritische leraar'. De twee stukjes over het bezoek van Henk Broekhuis en zijn vrouw aan de grote volksschrijver Gerard Reve in Frankrijk veroorzaakten een brouille tussen de beide broers. Boeiend zijn ook de nooit gebundelde boekrecensies uit deze jaren. Aangrijpend is de inleiding bij het Dagboek van zijn in de oorlog omgekomen vriend David Koker. En dat Karel van het Reve een meester was in het genre van de necrologie blijkt uit zijn stukken over Jacques Presser en over Andrej Amalrik(‘De onhandelbaarste man die ik ooit heb ontmoet').
Deel 3 omvat de jaren 1969-1972. Het bevat Het geloof der kameraden, Met twee potten pindakaas naar Moskou (met onder meer reportages uit zijn jaar als Parool correspondent in Rusland) en de essaybundels Marius wil niet in Joegoslavië wonen en Lenin heeft echt bestaan.
Beide delen sluiten af met een rijke selectie uit de ongebundelde artikelen die Van het Reve in deze productieve periode schreef: 350 bladzijden in deel 3, en maar liefst 620 bladzijden in deel 4. Deze stukken zullen voor veel lezers onbekend zijn. Een grote verrassing zijn de tv-recensies, die hij tussen 1971 en 1976 wekelijks in nrc Handelsblad publiceerde onder het pseudoniem Henk Broekhuis. Lang is onduidelijk gebleven wie achter deze naam schuilging, mede dankzij de mystificerende activiteiten van Van het Reve zelf.
In zeer levendig geschreven ‘columns' figureren uiteenlopende figuren als Joop den Uyl, Pippi Langkous, Wim Kan, bisschop Gijsen en ‘de kritische leraar'. De twee stukjes over het bezoek van Henk Broekhuis en zijn vrouw aan de grote volksschrijver Gerard Reve in Frankrijk veroorzaakten een brouille tussen de beide broers. Boeiend zijn ook de nooit gebundelde boekrecensies uit deze jaren. Aangrijpend is de inleiding bij het Dagboek van zijn in de oorlog omgekomen vriend David Koker. En dat Karel van het Reve een meester was in het genre van de necrologie blijkt uit zijn stukken over Jacques Presser en over Andrej Amalrik(‘De onhandelbaarste man die ik ooit heb ontmoet').