Deze uitgave van de Verzamelde gedichten bevat zowel de gebundelde als ongebundelde gedichten van Chr. J. van Geel. In de afdeling gebundelde gedichten zijn opgenomen de vier bundels die Van Geel publiceerde: Spinroc en andere verzen (1958), Uit de hoge boom geschreven (1967), Het zinrijk (1971) en Enkele gedichten (1973). De afdeling verspreide gedichten bevat de tijdens het leven van de dichter gepubliceerde gedichten, chronologisch geordend. Gedichten en teksten uit het tijdschrift Barbarber vormen een eigen afdeling. Van de gedichten uit de postuum verschenen bundels Vluchtige verhuizing (1976) en Dierenalfabet. Het omliggend vee (1978) zijn alleen die gedichten opgenomen die de dichter zelf nog publiceerde.
Padde
Hij is zo mooi, zo droog, zacht leer,
een zak voor goud, een voor de ouderlingen
op tafel neergelegde wel-
gevulde, dungesleten kerkezak.
De dood is een omhelzing van de wind
waarachter van nature niets dan onbruik
en dor geraamte zich bevindt.
Een pad misschien, hij is zo oud,
zijn vleugels zijn vergaan, een plant
als steen teruggevonden, zwart
altaar, hij denkt, hij denkt erover na.
Padde
Hij is zo mooi, zo droog, zacht leer,
een zak voor goud, een voor de ouderlingen
op tafel neergelegde wel-
gevulde, dungesleten kerkezak.
De dood is een omhelzing van de wind
waarachter van nature niets dan onbruik
en dor geraamte zich bevindt.
Een pad misschien, hij is zo oud,
zijn vleugels zijn vergaan, een plant
als steen teruggevonden, zwart
altaar, hij denkt, hij denkt erover na.
