Emily Dickinson schreef bijna 1800 gedichten, maar publiceerde er tijdens haar leven slechts enkele. Ze schreef zoals geen ander dat ooit heeft gedaan over pijn, hartstocht, (on)geloof, de dood, de natuur, verlangen en het menselijk tekort. Haar liefdesgedichten zijn de schrijnendste die ooit geschreven werden, maar haar leven was er niet een van tragisch gemis alleen, getuige steeds terugkerende begrippen als roes, vervoering, toverij en extase. De volstrekt eigenzinnige inhoud van het werk, en daarbij haar teruggetrokken bestaan en onwil om te publiceren, hebben na de verschijning van het verzameld werk geleid tot een stortvloed van biografische studies en interpretaties.
Deze tweetalige uitgave bevat ruim de helft van haar poëzie en gaat vergezeld van een uitgebreid en kundig commentaar en een biografische schets door vertaler Peter Verstegen.
Hoop is subtiel Vraatzuchtig -
Leeft op wie kiest voor Recht -
Maar neemt toch - van nabij gezien
Onthouding zeer in acht -
Zij zit aan de Serene Dis -
Die Eén maar plaats bereidt -
Waarna wat ook verorberd is
Evenveel overblijft -