Menno Wigman (1966-2018) was een van de grootste en eigenzinnigste dichters van Nederland. Zijn stijl werd gekenmerkt door een zwart-romantische toon die, afgewisseld met een weemoedige blik, direct tot de verbeelding sprak. ‘Poëzie heeft niet alleen met duizelingwekkende precisie te maken, ook weerbarstigheid is voor mij een vereiste,’ zoals hij in 2016 aan John Schoorl van de Volkskrant vertelde, bij het verschijnen van Slordig met geluk. Het zou zijn laatste bundel blijken, ‘zijn beste bundel ooit, zijn zwanenzang’, volgens de jury van de Ida Gerhardt Poëzieprijs, die Wigman postuum werd toegekend. Zijn gedichten waren even toegankelijk als experimenteel, een combinatie van een uitgesproken intensiteit met de beleving van het alledaagse. Wigmans Verzamelde gedichten zijn samengesteld door Neeltje Maria Min en Rob Schouten, zijn goede vrienden en de beste kenners van zijn werk. Van Menno Wigman (1966-2018) verschenen vijf dichtbundels, een dagboek, een essaybundel en vele vertalingen, bloemlezingen en gelegenheidsuitgaven. Tot de vele prijzen die hij kreeg, behoren de Gedichtendagprijs (2002), de Jan Campert-prijs (2002), de A. Roland Holstprijs (2015) en de Ida Gerhardt Poëzieprijs (2018). ‘In zijn klassieke, strakke verzen, zoals wij van hem gewend zijn, verhaalt hij over een gebied dichtbij de afgrond, dichtbij de dood, het is het gebied waar de dichter _ en niet alleen hij _ vrees voor heeft. De gure schoonheid van Menno Wigman bezingt hij al een dichtersleven lang, consequent, mooi en melancholisch en altijd flirtend met de dood.’ JURY IDA GERHARDT POËZIEPRIJS