Was Willem Elsschot een geboren dichter? Ja en nee, zo vond hij zelf. In een interview uit 1959 zei hij: 'Dichten heb je of heb je niet. [...] Met poëzie ben je helemaal op jezelf aangewezen. En het "in zich hebben en niet weten" is kletskoek; als je door de muze gebeten wordt, vloeit het zo wel uit de pen.'
Ook de critici zijn er tot op heden niet uit. Bij de eerste bundelpublicatie, Verzen van vroeger (1934), noemden de recensenten Elsschot 'veeleer een dichterlijke natuur dan een dichter' en zijn gedichten dienovereenkomstig 'weinig dichterlijk'.
Dertig jaar later schreef de essayist en criticus C. Bittremieux echter: 'Ik weet niet waar hij het vandaan heeft, maar die verzen staan op hun poten. Die zijn vuurvast in de oven gezet, niet kapot te krijgen. [...] Hij mag dan geen dichter zijn, hij heeft desalniettemin verdomd goede gedichten geschreven.'
Lees, luister, en overtuig uzelf.
Deze editie is totstandgekomen onder auspiciën van het Constantijn Huygens Instituut voor tekstedities en intellectuele geschiedenis van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.
Ook de critici zijn er tot op heden niet uit. Bij de eerste bundelpublicatie, Verzen van vroeger (1934), noemden de recensenten Elsschot 'veeleer een dichterlijke natuur dan een dichter' en zijn gedichten dienovereenkomstig 'weinig dichterlijk'.
Dertig jaar later schreef de essayist en criticus C. Bittremieux echter: 'Ik weet niet waar hij het vandaan heeft, maar die verzen staan op hun poten. Die zijn vuurvast in de oven gezet, niet kapot te krijgen. [...] Hij mag dan geen dichter zijn, hij heeft desalniettemin verdomd goede gedichten geschreven.'
Lees, luister, en overtuig uzelf.
Deze editie is totstandgekomen onder auspiciën van het Constantijn Huygens Instituut voor tekstedities en intellectuele geschiedenis van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.