Deel 1 van de Verzamelde werken van Boelgakov opent met Aantekeningen van een jonge arts, waarin een plattelandsdokter zich door het verschil tussen wat in de medische handboeken staat beschreven en wat de achterlijke bevolking van hem verwacht allengs bewuster wordt van zijn rol. Wanneer hij bij het trekken van een kies het complete kaakbot verwoest ('ik zag met ontzetting dat er met gemak een flinke reine-claude in het gat paste'), is hij bang dat hij voor de rechtbank moet verschijnen en zijn artsendiploma zal kwijtraken: 'En waar is de kaak van de soldaat? Geef antwoord, schurk, met je universitaire opleiding!'
Voorts werden opgenomen de novelle Morfine en de bundel Verhalen over de burgeroorlog. De meeste plaats in dit deel wordt ingenomen door Boelgakovs eerste boek van langere adem, de roman De Witte Garde. Hij speelt zich af in de winter van 1918-'19 in Kiev en verhaalt de belevenissen van de familie Toerbin. Het naderbij komen van De burgeroorlog tussen de bolsjewiki (de 'roden') en mensjewiki ('de witten') veroorzaakt een toenemend gevoel van onheil in de stad en bij de familie. Als plotseling een munitiedepot in de lucht vliegt, neemt men dat nog als een geïsoleerde gebeurtenis waar. Maar in een stad die gaandeweg bevolkt en belegerd wordt door her en der opererende legereenheden, door Oekraïense nationalisten en Duitsers, door handlangers en verraders, raakt iedereen het overzicht kwijt. Alles lijkt samen te hangen met alles en niets met niets, en de dingen gebeuren omdat ze gebeuren. Er bestaat geen grotere beklemming dan wanneer er voor wat er gebeurt geen oorzaak kan worden gevonden. En de Toerbins zitten daar midden in. Een meesterwerk!