Voordat Ivan Toergenjev aan zijn grote romans begon brak hij door met zijn jagersverhalen. In deze verhalen loopt een jager velerlei figuren tegen het lijf, begint een praatje, hoort hen aan en gaat weer op pad. De landheren, lijfeigen boeren, de molenaarsvrouw en de visser, hij tekent hen allemaal vol eenvoud en naar het leven.
Volgens Karel van het Reve is ieder van de jagersverhalen ‘een juweel van harmonie en stilte’. Dat geldt eens te meer voor de vijf die in deze bundel zijn samengebracht, in een nieuwe vertaling van Froukje Slofstra.
Volgens Karel van het Reve is ieder van de jagersverhalen ‘een juweel van harmonie en stilte’. Dat geldt eens te meer voor de vijf die in deze bundel zijn samengebracht, in een nieuwe vertaling van Froukje Slofstra.