Caligula is vermoord en de praetoriaanse garde heeft Claudius tot keizer uitgeroepen, maar zijn positie is wankel. Drie door hem vrijgekochte slaven, Narcissus, Pallas en Callistus, moeten ervoor zorgen dat het een snelle overwinning wordt voor Claudius - maar hoe? Pallas heeft het antwoord: de Adelaar van het Zeventiende Garnizoekn, die bijna veertig jaar daarvoor in Germania in vijandelijke handen is gevallen, terughalen. Wie anders dan Vespasianus zou zo'n gevaarlijke missie naar de naargeestige wouden van Germania moeten leiden? Samen met een aantal ruiters, proberen Vespasianus en zijn broer het spoor van de Adelaar op te pikken. Maar ze worden geschaduwd door krijgers die het 's nachts op de manschappen gemunt hebben, ze een voor een uitschakelen waarn de lichamen op de weg worden neergelegd. Iemand is er duidelijk op uit om de missie van Vespasianus te dwarsbomen. De zoektocht van Vespasianus naar de Adelaar en de waarheid, terwijl achtervolgd wordt door barbaren, zal eindigen aan de kust van Britannia. Maar kan hij ook ontkomen aan de toorn van zijn eigen keizer?