Zelfs aan de rand van de Romeinse wereld kan Vespasianus niet ontsnappen aan de tumultueuze politiek van een rijk dat uiteen dreigt te vallen. Hij krijgt vanuit Rome de geheime opdracht een oude vijand uit een fort aan de oevers van de Donau te halen, voordat het na belegering in handen van de Romeinen valt. De missie van Vespasianus is cruciaal in de dodelijke strijd om het recht om het bestuur van Rome. De man die hij uit het fort moet halen is een getuige die Seianus kan vernietigen, aanvoerder van de Pretoriaanse Garde en heerser over het Romeinse Rijk in alles behalve in naam.
Voor Vespasianus zijn missie kan vervullen, komt hij in het besneeuwde gebergte in een hinderlaag terecht, moet hij het op open zee opnemen tegen piraten en wordt hij voortdurend geschaduwd door de spionnen van Seianus. Maar hij wordt met een nog grotere verschrikking geconfronteerd: hij moet naar het eiland Capri afreizen om zich te melden aan het helse hof van een krankzinnige keizer.