Het jaar 9 na Christus: titus Flavius Vespasianus wordt onder een ongelukkig gesternte geboren en groeit op in de schaduw van zijn oudere broer Sabinus. Op zestienjarige leeftijd verlaat Verspasianus, toekomstig keizer van Rome, de boerderij van zijn familie en gaat op weg naar de hoofdstad van het Romeinse keizerrijk met als doel het vinden van een leermeester en toe te treden tot het leger.
Terwijl de situatie in Rome slechter en slechter wordt, vlucht Vespasianus de stad uit en accepteert hij een post als tribuun van ee impopulair legioen aan de grens met de Balkan. Onervaren als hij is, moet hij zijn mannen leiden in een bloedig gevecht tegen vijandige bergstammen. Nog gevaarlijker wordt het als er ook nog gedeserteerde Pretorianen en spionnen van de keizer op uit zijn om hem te vermoorden. Vespasianus moet het op een of andere manier in ieder geval zien vol te houden totdat hij de verraders achter de beraamde opstand ontmaskerd heeft...
Terwijl de situatie in Rome slechter en slechter wordt, vlucht Vespasianus de stad uit en accepteert hij een post als tribuun van ee impopulair legioen aan de grens met de Balkan. Onervaren als hij is, moet hij zijn mannen leiden in een bloedig gevecht tegen vijandige bergstammen. Nog gevaarlijker wordt het als er ook nog gedeserteerde Pretorianen en spionnen van de keizer op uit zijn om hem te vermoorden. Vespasianus moet het op een of andere manier in ieder geval zien vol te houden totdat hij de verraders achter de beraamde opstand ontmaskerd heeft...