De vader van de vertelster van deze grandioze joods-Weense familiesaga komt in 1930 via een stortbevalling ter wereld. Hij ruïneert daarbij de bontmantel van zijn moeder, die haar partijtje bridge net niet op tijd heeft onderbroken. Decennia later is dit de lievelingsanekdote op hun talrijke familiebijeenkomsten. Het feit dat de kaartende moeder katholiek is, wordt onder de nazi’s de redding van haar joodse man; hun drie kinderen zullen ze echter ver buiten Wenen in veiligheid moeten brengen. Over de oorlogsjaren wordt later in alle toonaarden gezwegen. Liever vertellen de kinderen en kleinkinderen de kleurrijke verhalen over aangetrouwde ooms, aan lagerwal geraakte neven en andere verre familieleden. Tot de inmiddels volwassen geworden jongste generatie nieuwsgierig en hardnekkig op zoek gaat naar het zwijgen achter die verhalen, en hun verdrongen joodse identiteit.