Margot en Freek wonen in een huis aan de zee. Ze vangen daar kinderen op waarmee iets mis is. Op een dag is daar Lien. Ze heeft het zwaar met de geschiedenis van haar grootvader. Ze weet weinig van hem behalve dat hij - met zijn gezin - begin jaren tachtig is gevlucht uit Vietnam. Ze heeft een schrift vol aantekeningen. Met Margot, Freek en met buurmeisje Sterre wordt langzaam maar zeker het verleden gereconstrueerd.
Zo komt ze erachter dat haar grootvader in zijn tuin een boot bouwt van materialen di hij op straat en in de buurt van zijn huis kan vinden. Op een dag zijn ze vertrokken uit Vietnam: haar grootvader, haar grootmoeder,zeven kinderen... lopend met die boot naar de kust. Daar aangekomen zien ze in de zee van alles drijven... boomstammen denken ze. Het blijken lichamen te zijn van mensen die het niet hebben gered. Grootvader besluit toch het water op te gaan, met alle ontberingen van dien.
Zo komt ze erachter dat haar grootvader in zijn tuin een boot bouwt van materialen di hij op straat en in de buurt van zijn huis kan vinden. Op een dag zijn ze vertrokken uit Vietnam: haar grootvader, haar grootmoeder,zeven kinderen... lopend met die boot naar de kust. Daar aangekomen zien ze in de zee van alles drijven... boomstammen denken ze. Het blijken lichamen te zijn van mensen die het niet hebben gered. Grootvader besluit toch het water op te gaan, met alle ontberingen van dien.
