De goden kijken toe hoe er al snel strijd ontstaat tussen hen die zich verzetten tegen dit nieuwe bewustzijn en blijven bij de oude, ‘hondse’ manier van leven, en zij die de verandering omarmen. De geslepen Benjy trekt van huis naar huis. Prince wordt een dichter. En Majnoun ontwikkelt zo’n bijzondere relatie met een vriendelijk echtpaar dat zelfs de cynische schikgodinnen ervan opkijken.