In ''Villa Zeelucht'' wijdt De Kuyper zich in een veelvoud van teksten, soms kort, soms in langer uitgesponnen mijmeringen aan de hedendaagse Vlaamse kust en de gevolgen van het massatoerisme. Vanuit Oostende, de Koningin der Badsteden zijn tijdelijke woonplaats, onderneemt hij ontdekkingstochten naar andere badplaatsen aan de Belgische kust, maar ook naar Normandië en zelfs Biarritz en Sète. Zijn 'huiselijk nomadendom´ brengt hem ook in Grand Hotels, en zijn bezorgdheid om de monumenten uit het recente verleden inspireert hem tot kronieken en polemieken, waarin hij de niet altijd gelukkige beslissingen van stedenbouwers en architecten op de korrel neemt. Wat hem bovenal bezighoudt is het hedendaagse toerisme, waar hij ambivalent tegenover staat. Hij is al blij en gelukkig dat hij enige maanden per jaar in Oostende kan wonen, met uitzicht op zee.