Weeskind Sue Trinder is als baby achtergelaten bij mevrouw Sucksby, die haar met ongewoon veel tederheid opvoedt. Meneer Ibbs, Sue's stiefvader, verdient de kost met het helen van gestolen goederen. Het huis waarin Sue opgroeit is een thuishaven en toevluchtsoord voor zakkenrollers en andere kruimeldieven. Wanneer de charmant ogende oplichter Richard Rivers, beter bekend als Gentleman, een duivels plan opstelt en Sue daarin betrekt, verandert haar leven voorgoed. Sue's aandeel in het plan bestaat eruit het dienstmeisje te worden van Maud Lilly, een naïef rijkeluismeisje dat samen met haar oom in een groot landhuis woont. Ze moet Gentleman helpen Maud te verleiden. Als dat lukt, krijgt Sue drieduizend pond van de enorme erfenis die Maud ontvangt als ze in het huwelijk treedt. Zodra de erfenis is veiliggesteld, wil Gentleman Maud laten opsluiten in een gekkenhuis. Sue gaat akkoord met het snode plan, maar algauw krijgt ze medelijden met Maud en raakt innig bevriend met haar. Totdat het ware plan van Gentleman duidelijk wordt, dat het begin is van een duizelingwekkende reeks verwikkelingen, waarin de lezer voortdurend op het verkeerde been wordt gezet en van de ene verbazing in de andere valt. Want is Maud wel zo naïef als ze zich voordoet? Welke relatie heeft zij met Gentleman? En welke vreemde rol speelt de oom van Maud, die zich zelden laat zien en dag en nacht bezig is met het overschrijven van boeken?