Wanneer het coronavirus uitbreekt, zijn Theo en Trudy allang gewend dat ze hun dochter en kleinkind niet vaak zien. Die zijn namelijk geëmigreerd naar Nieuw-Zeeland. Enigszins stuntelend houden ze contact door middel van beeldbellen. Ondertussen wordt het leven in het seniorencomplex door de virusuitbraak steeds beperkter. Boodschappen doen is een heel avontuur en online bestellen blijkt ook geen succes. Theo probeert zich met zijn hypochondrische trekjes zo goed mogelijk aan alle regels te houden. Trudy trekt zich daarentegen nergens iets van aan en spreekt gewoon met haar medebewoners af in het park. Maar wanneer er een paar kennissen sterven en de situatie in Nederland steeds nijpender wordt, begint ze de ernst toch wel in te zien. Ondertussen verdwijnen er steeds spullen uit het complex. Hebben ze te maken met een kleptomaan? En is corona eigenlijk wel het enige gevaar waar ze voor moeten vrezen? Een roman met een humoristische kijk op de psyche van de mens in coronatijd.