Toch komt de alledaagse werkelijkheid niets tekort: het warenhuis uit het verhaal van die naam is maar al te herkenbaar, de hilarische toneelwereld uit 'Rousseau' eveneens (niet verwonderlijk, want 't Hart was betrokken bij de opvoering van het gelijknamige stuk in Leeuwarden), en het wetenschappelijke werk op het gebied van literaire teksten dat in 'De wolken' aan bod komt is zelfs zo herkenbaar dat het de lachlust opwekt van iedereen die weleens met dat bijltje heeft gehakt, of zien hakken. Het nieuwe van 't Harts aanpak ligt waarschijnlijk in de houding van de hoofdpersonen: hun doeleinden worden niet expliciet gemaakt, ze lijken ook voor henzelf niet steeds vast te staan, en wanneer er van beweegredenen sprake is zijn doelmatigheid, belang en waarheid vaak ver te zoeken. Op die manier krijgen de handelingen van de personen iets merkwaardig mechanisch, terwijl de werking van het mechaniek voor ons verborgen blijft; en op die manier lijken ze weer wel op de mensen die wij om ons heen waarnemen.
Zo zou je zelfs kunnen volhouden dat het eigenaardige van 't Hart ligt in zijn buitengewone realisme: zijn personages zijn zo vreemd voor ons dat we ze op straat zouden kunnen tegenkomen. En dat zijn we in een boek niet gewend.