‘Waarom heb je me dit aangedaan, mama, hou je niet van me?’
Het was maar een klein stukje ijs. Gewoon wat botte pech. Maar het was genoeg om Kath Redway, die met haar auto zo het meer van het prachtige Dartmoor National Park in draaide, bijna te doen verongelukken. Als door een wonder komt ze met de schrik, en een paar blauwe plekken, vrij. Ondanks haar geheugenverlies en de shock waarin ze verkeert is Kath blij dat ze weer terug is in de afgelegen boerderij waar ze woont met haar knappe man Adam en haar verlegen, maar zeer intelligente dochter Lydia. Ze leeft!
Haar gezin is echter verre van opgelucht. Haar man gedraagt zich koeltjes tegen haar, of ronduit boos. Haar dagdromende dochter begint vreemde taal uit te slaan, en houdt niet op over een ‘man op de hei’. Wanneer ze steeds meer gefragmenteerde, maar ijzingwekkende herinneringen terugkrijgt, realiseert Kath zich dat haar ‘ongeluk’ helemaal geen ongeluk was. Met dat besef stort ze in en vervalt haar leven tot een duistere wereld van angst en dreiging.