Deze roman speelt zich af op een Westvlaamse zeekleiboerderij tegen het eind van de 19e eeuw. Overheersend element is de natuur, met name het werk van de boer daarin, in dit geval de vlasteelt. Boer Vermeulen heerst nog autoritair over zijn bezittingen, maar de nieuwe tijd kondigt zich aan in de opstandigheid van zijn zoon Louis; ook trouwens in de houding van zijn vrouw Barbele tegenover haar man. De opstandigheid van Louis en de afhankelijkheid van het weer vormen het noodlotselement in het boek.