De pianist houdt van feestdagen. Niet vanwege de feesten maar vanwege de menigten. Hij houdt van portefeuilles en horloges. Hij houdt ervan ze te jatten. Maar het Driekoningenfeest in Bellano is een misser: het sneeuwt en de mensen blijven binnen.
Het is koud en de pianist zoekt onderdak. Hij gaat een leegstaand huis in, maar het blijkt niet leeg te zijn. Er is een vleugel en een oude dame die hem overreedt een wals op de vleugel te spelen. En de buren klagen over geluidsoverlast. En een wachtmeester van de carabinieri komt kijken wat er aan de hand is. Want voorzover bekend is die oude dame allang dood.
"De deur van de bar gaat open, er komt iemand binnen die luidruchtig goeiedag zegt.
Het duurt maar heel even. De barman keert zich naar hem toe en groet terug, de ander maakt een grap, de barman antwoordt.
Het is echt de laatste keer, denkt de Pianist. Met een oog op de barman die nog altijd met zijn rug naar hem toe staat. Zijn hand vist als een klauw in de kassa. Het is een biljet van vijfduizend lire. Hij verfrommelt het in zijn hand. De barman draait zich weer naar hem toe, kijkt hem peinzend aan. De Pianist knijpt zijn hand stijf dicht.
'Twee brioche, was het niet?' vraagt de barman."
Het is koud en de pianist zoekt onderdak. Hij gaat een leegstaand huis in, maar het blijkt niet leeg te zijn. Er is een vleugel en een oude dame die hem overreedt een wals op de vleugel te spelen. En de buren klagen over geluidsoverlast. En een wachtmeester van de carabinieri komt kijken wat er aan de hand is. Want voorzover bekend is die oude dame allang dood.
"De deur van de bar gaat open, er komt iemand binnen die luidruchtig goeiedag zegt.
Het duurt maar heel even. De barman keert zich naar hem toe en groet terug, de ander maakt een grap, de barman antwoordt.
Het is echt de laatste keer, denkt de Pianist. Met een oog op de barman die nog altijd met zijn rug naar hem toe staat. Zijn hand vist als een klauw in de kassa. Het is een biljet van vijfduizend lire. Hij verfrommelt het in zijn hand. De barman draait zich weer naar hem toe, kijkt hem peinzend aan. De Pianist knijpt zijn hand stijf dicht.
'Twee brioche, was het niet?' vraagt de barman."