Geheel in de lijn met zijn vorig werk is bij deze nieuwe gedichten ook meer dan één eigenzinnige hoek af. Maar het gaat Billiet om meer dan nonsensicale humor. Hij schrijft over wat jongeren bedreigt en slecht in hun vel doet zitten. Daarbij gaat hij geen enkel taboe uit de weg. Armoede, anorexia, incest, (cyber)pesten, alcoholmisbruik, dood, autisme, zelfverminking, radicalisering, tienerzwangerschap... en bedreigde vlindersoorten. Want zoals altijd getuigen zijn verzen ook van een grote liefde voor de natuur.
Op een gedurfde manier en met een warm geëngageerd hart kiest hij onvoorwaardelijk de kant van de jongere. Daardoor geeft hij stem aan wat vele jongeren moeten ondergaan maar zelf niet altijd in woorden kunnen vatten. Voor wie het geluk heeft deze gevaren slechts van horen zeggen te kennen, bieden deze verzen de mogelijkheid om een idee te krijgen van wat sommige leeftijdgenoten overkomt. Ook al herken je jezelf pas op het tweede gezicht in deze gedichten, enkele van deze verzen bieden een kans om het beklemmende stilzwijgen te doorbreken. Want praten helpt. En samen lachen ook.