De befaamde en onsterfelijke Franse schrijver Boris Vian zit op het terras van Café La Coupole in Parijs, een plek waar schrijvers en kunstenaars graag vertoeven. Zijn oog valt op een bericht in de krant. 'Bij het plaatsje Montaillou heeft een beer de wolven verjaagd die het 17-jarige herderinnetje Claire Soubirous dreigden aan te vallen. De beer liet het meisje met rust.' Boris leest het summiere bericht drie keer. Het ontroert hem. Beren zijn z'n lievelingsdieren. Ze hebben het uiterlijk van knuffels en het innerlijk van prijsvechters. Zal hij een boek kunnen schrijven met in de hoofdrol een beer? Een beer met menselijke eigenschappen, zoals kinderen hun knuffelberen zien als hun beste vriendjes en met hen praten? Hij pakt een lijntjesschrift uit zijn tas en schroeft de dop van zijn pen. Opeens is het er weer, na lange jaren, het geluk van het schrijven. Het eerste hoofdstuk waarin de beer, die Napoleon heet, en Claire besluiten op reis te gaan naar Parijs, vloeit als vanzelf op het papier.
Aan zijn tafeltje op het terras van La Coupole schrijft Boris elke dag een hoofdstuk, vaak in het bijzijn van schrijvers en lezers. Een van hen is de schrijver Ton van Reen, een bewonderaar van het werk van Boris Vian, die een dagboek bijhoudt over de gebeurtenissen. Al vlug ontdekt men dat wat Boris schrijft ook in het echt gebeurt. De pers duikt erop. Frankrijk staat op zijn kop. De toekomst van het land vloeit uit de pen van Boris.
Quotes uit de Franse pers:
'Tja, wat moet ik er van zeggen? Een roman over de liefde? Onzin natuurlijk. Maar het leest lekker weg. En dat ik een rol speel in een boek van Boris Vian? Dat streelt me wel natuurlijk.' - Michel Houellebecq in Le magazin Houellebecq
'Boem. Pats. Zo kennen we Boris Vian weer. IJzersterk in het absurde. En toch heel geloofwaardig, ook omdat het leven van de mens nu eenmaal ongerijmd is. Een boek waarin ik van de eerste tot de laatste letter geloof. Ontroerend is de kleine rol die facteur Ferdinand Cheval speelt in dit heerlijke verhaal, waarin ook ik op mijn plaats wordt gezet.' - Jean-Sol Partre in L'Echo du Cimétière de Montmartre
'Iedere goede roman is een dwaalspoor door het leven. Dit is zo'n roman. Een waar doolhof waar je niet uit wilt raken, een tuin vol verhalen en sprookjes. Ik zit er nog middenin.' - Françoise 'Tristesse' Sagan in L'heure du Femme de Campagne
Aad Nuis schreef in de Haagsche Post: 'Ton van Reen is een schrijver met karakter. Hij gaat zijn eigen weg, los van de wisselingen van de literaire mode. Hij schrijft graag sprookjes, waarbij de toon onverhoeds kan omslaan van Andersen op zijn charmantst in Grimm op zijn gruwelijkst.'
Vlucht uit Montaillou is zo'n sprookje.
Aan zijn tafeltje op het terras van La Coupole schrijft Boris elke dag een hoofdstuk, vaak in het bijzijn van schrijvers en lezers. Een van hen is de schrijver Ton van Reen, een bewonderaar van het werk van Boris Vian, die een dagboek bijhoudt over de gebeurtenissen. Al vlug ontdekt men dat wat Boris schrijft ook in het echt gebeurt. De pers duikt erop. Frankrijk staat op zijn kop. De toekomst van het land vloeit uit de pen van Boris.
Quotes uit de Franse pers:
'Tja, wat moet ik er van zeggen? Een roman over de liefde? Onzin natuurlijk. Maar het leest lekker weg. En dat ik een rol speel in een boek van Boris Vian? Dat streelt me wel natuurlijk.' - Michel Houellebecq in Le magazin Houellebecq
'Boem. Pats. Zo kennen we Boris Vian weer. IJzersterk in het absurde. En toch heel geloofwaardig, ook omdat het leven van de mens nu eenmaal ongerijmd is. Een boek waarin ik van de eerste tot de laatste letter geloof. Ontroerend is de kleine rol die facteur Ferdinand Cheval speelt in dit heerlijke verhaal, waarin ook ik op mijn plaats wordt gezet.' - Jean-Sol Partre in L'Echo du Cimétière de Montmartre
'Iedere goede roman is een dwaalspoor door het leven. Dit is zo'n roman. Een waar doolhof waar je niet uit wilt raken, een tuin vol verhalen en sprookjes. Ik zit er nog middenin.' - Françoise 'Tristesse' Sagan in L'heure du Femme de Campagne
Aad Nuis schreef in de Haagsche Post: 'Ton van Reen is een schrijver met karakter. Hij gaat zijn eigen weg, los van de wisselingen van de literaire mode. Hij schrijft graag sprookjes, waarbij de toon onverhoeds kan omslaan van Andersen op zijn charmantst in Grimm op zijn gruwelijkst.'
Vlucht uit Montaillou is zo'n sprookje.