Avram kijkt haar ernstig en dringend aan. 'Ik boot,' zegt hij. 'Zaterdag.' Uit zijn zak haalt hij een briefje. Eerst strijkt hij het zorgvuldig glad en dan geeft hij het haar.
Al Lisa's andere gedachten verdwijnen terwijl ze het leest. Er staat maar één zin, in onbeholpen letters.
'Zorg voor mijn zusje.'
1905. Lisa woont nog maar net in Rotterdam als ze Avram en Hanna leert kennen, twee van de duizenden Roemeense Joden die via Rotterdam naar Amerika vluchten. Hanna is ziek en moet achterblijven als de rest van haar familie naar New York vertrekt, op een schip van de Holland Amerika Lijn.
Avram vraagt Lisa of zij voor Hanna wil zorgen. En vooral: of zij ervoor kan zorgen dat Hanna óók naar Amerika komt. Zal het Lisa lukken? Of ziet Hanna haar ouders nooit meer terug?
Al Lisa's andere gedachten verdwijnen terwijl ze het leest. Er staat maar één zin, in onbeholpen letters.
'Zorg voor mijn zusje.'
1905. Lisa woont nog maar net in Rotterdam als ze Avram en Hanna leert kennen, twee van de duizenden Roemeense Joden die via Rotterdam naar Amerika vluchten. Hanna is ziek en moet achterblijven als de rest van haar familie naar New York vertrekt, op een schip van de Holland Amerika Lijn.
Avram vraagt Lisa of zij voor Hanna wil zorgen. En vooral: of zij ervoor kan zorgen dat Hanna óók naar Amerika komt. Zal het Lisa lukken? Of ziet Hanna haar ouders nooit meer terug?