Cat komt na anderhalf jaar reizen noodgedwongen terug naar Nederland wanneer ze hoort dat haar vader een hartoperatie heeft moeten ondergaan.
Cat’s beste vriendin (en professioneel regelaar) Lieke heeft een kamer en een tijdelijke baan voor haar geregeld als vaste oppas bij het gezin van Menno en Viv in een piepklein dorp.
Maar sinds Cat voet op eigen bodem heeft gezet, grijpen alle verantwoordelijkheden haar naar de keel: Viv is een onuitstaanbare werkgever, Menno en Viv maken constant ruzie, de kinderen zijn lastig en ze haat de ziekhuissfeer waar ze twee keer in de week naartoe moet met haar vader. Het enige lichtpuntje daar is de aanwezigheid van dokter Bastiaan Brandt.
Ondertussen vreet de haat liefde verhouding met haar ouders energie. Zij vinden namelijk nog steeds dat Catherina een mooie carrière als violiste misloopt en zien haar bij voorkeur bij een gerenommeerd internationaal orkest.
Lukt het Cat dit keer om niet weg te vluchten maar haar eigen pad te blijven volgen?