Toen hij vertrok moest het nog lente worden. Toen hij aankwam was het al zomer. Hij ging te voet. En hij liep de omweg over Dokkum, het Drielandenpunt en Sas van Gent. Elfhonderd kilometer, om de grote steden heen. Hij overnachtte in vertegenwoordigerhotels, in abdijen, in kazernes of in het hooi. Soms lifte hij mee op de bok van een tweespan. Per sleepvlet of zalmschouw liet hij zich de wadden of de Zeeuwse wateren over varen.
Onderweg leerde hij de meerkoet onderscheiden van het waterhoentje, de els van de esdoorn. En hij ontmoette honderden Nederlanders. Van de herder die God over de Drentse hei heeft zien lopen tot de Limburgse pastoor die blinden ziende bidt. Van de laatste democratisch gekozen communist tot de strengste gereformeerde dominee. Van de Friese schaatskoning tot de Zeeuwse mosselman. Samen vertellen ze wat het is: geboren te zijn en getogen op het stukje kustvlakte dat Nederland heet.
Gerard van Westerloo schreef hun verhalen op. Geestig, scherp en verrassend. Zijn verslag rekent af met de gedachte dat het avontuur alleen aan de andere kant van de wereld te vinden is.
Voetreiziger is gebaseerd op de gelijknamige, enthousiast onthaalde, serie reisverslagen die Gerard van Westerloo eerder publiceerde in Vrij Nederland.